Veilige gemeente Veilige gemeente
Veilige Hervormde Gemeente Rotterdam Centrum

De Hervormde Gemeente Rotterdam Centrum (HGRC) moet een veilige plaats zijn voor iedereen. Voor ongewenst gedrag is geen plek. De nadruk bij het voorkomen hiervan ligt in het actief cultiveren van open menselijke verhoudingen waarin geen barrière bestaat voor het aankaarten van negatieve gevoelens, ondersteund door een netwerk van vertrouwenspersonen. Formele vertrouwens¬instrumenten, zoals handtekeningen onder gedragscodes en verklaringen omtrent het gedrag, spelen een secundaire rol.

De HGRC omvat naast een aantal wijkgemeenten ook meerdere diaconale projecten. In alle gevallen wordt een beperkt aantal professionele krachten ondersteund door een niet altijd even vast omlijnde groep vrijwilligers. Zeker in een wijkgemeente kan ieder lid op enig moment vrijwilliger zijn, al is het maar om een bloemetje te bezorgen bij een ziek gemeentelid. Voor het beleid wordt daarom onderscheid gemaakt tussen vrijwilligers met incidentele en structurele taken. Omdat de rolverdeling per wijkgemeente of diaconaal project verschilt, is het aan die afzonderlijke wijkgemeenten/projecten om (schriftelijk) vast te leggen welke vrijwillige functies zij als structureel beschouwt. Tot de structurele vrijwilligers behoren in elk geval de leden van kerkenraden, colleges en door de AK benoemde stichtingsbesturen.

De Algemene Kerkenraad is verantwoordelijk voor de vaststelling en uitvoering van beleid, maar laat zoveel mogelijk ruimte aan de afzonderlijke wijkgemeenten/projecten. De kerk wordt immers van onderop gedragen. Een belangrijk uitgangspunt is verder dat het veiligheidsbeleid, bijvoorbeeld door rigide uitvoering, niet zelf een bron mag worden van gevoelens van onveiligheid.

Gedragscode en bewustwording
De HGRC onderschrijft de gedragscode voor vrijwilligers van de PKN (zie bijlage 1). Alle wijkgemeenten/ projecten brengen deze actief onder de aandacht bij hun achterban, ten minste door prominente plaatsing op de website. Alle leden van de gemeenschap worden geacht zich hieraan te houden. Professionals en structurele vrijwilligers worden geacht de gedragscode actief te kennen. De gedragscode komt ter sprake in het startgesprek voordat de werkzaamheden beginnen.

Wijkgemeenten/projecten bespreken in het startgesprek ook de ervaring van de betrokkene met de onderwerpen uit de gedragscode. Indien daar behoefte aan is faciliteren wijkgemeenten/projecten scholing van professionals en vrijwilligers, bijvoorbeeld door hen een door de landelijke kerk aangeboden training te laten volgen.

Integraal onderdeel van de bewustwording rondom de gedragscode is het communiceren van vertrouwenspersonen bij wie mensen terecht kunnen als zij meer willen weten over de gedragscode of een mogelijke overschrijding willen aankaarten.

Vertrouwenspersonen
De HGRC organiseert de vertrouwenspersonen in drie lagen. Iedere laag draagt er zorg voor dat de vertrouwenspersonen geëquipeerd zijn voor de rol die zij op zich nemen, bijvoorbeeld door het aanbieden van training. Vertrouwenspersonen rapporteren jaarlijks over hun werkzaamheden binnen de laag waarin zij actief zijn.

1. Wijkgemeenten/projecten zorgen voor tenminste één vertrouwenspersoon, zodat mensen laagdrempelig terecht kunnen voor vragen over de gedragscode en zo nodig doorverwijzing naar vertrouwenspersonen op het niveau van de HGRC. Het staat wijkgemeenten/projecten vrij om een uitgebreidere structuur van vertrouwenspersonen in te richten. Echter, te allen tijde moet hierbij de mogelijkheid gecommuniceerd worden om een kwestie aanhangig te maken op het niveau van de HGRC. Het staat wijkgemeenten/projecten eveneens vrij om alleen een contactpersoon aan te wijzen, die kan uitleggen hoe het onderwerp op het niveau van de HGRC aan te kaarten.

2. De HGRC stelt een vertrouwenscommissie in van tenminste vier personen. Deze is zodanig samengesteld dat er altijd tenminste één man en één vrouw beschikbaar zijn die niet verbonden zijn aan  de wijkgemeente/ project waarbij degene betrokken is die iets bespreken wil.

3. De landelijke kerk heeft een Meldpunt Seksueel Misbruik in Pastorale- en gezagsrelaties (SMPR). Deze functioneert buiten verantwoordelijkheid van de HGRC. De HGRC communiceert naar haar achterban het bestaan van de SMPR en dat het niet nodig is om eerst de eigen vertrouwenspersonen te benaderen voordat men contact zoekt met de SMPR.

Verklaring Omtrent het Gedrag
In het maatschappelijke verkeer is het steeds gebruikelijker om van vrijwilligers een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG, zie bijlage 2) te verlangen. Dit instrument staat op gespannen voet met de Bijbelse opdracht om vergeving te schenken voor misstappen in het verleden. Tegelijkertijd is de AK zich ervan bewust dat die opdracht geen reden mag zijn om blind te blijven voor de impact die gedrag uit het verleden kan hebben op het heden – zowel in het gedrag van de betrokkene zelf als in de perceptie van derden. 

Al met al is er reden om terughoudend om te gaan met de VOG als instrument om de geschiktheid van iemand voor een bepaalde rol te beoordelen. In elk geval kan het ontbreken van een VOG nooit de enige grond zijn om iemand uit een rol te weren. 

De HGRC vraagt een VOG aan voor alle professionals in de organisatie. De HGRC vraagt een VOG aan voor structurele vrijwilligers die contact hebben met kwetsbare groepen, indien de betreffende wijkgemeente/project daarom vraagt. Voor beheerders van financiën bij CvK, CvD en vermogensstichtingen vraagt de HGRC een VOG aan. De HGRC vraagt desgewenst op verzoek van wijkgemeenten en projecten een VOG aan voor beheerders van financiën op het betreffende decentrale niveau.



Bijlage 1: Gedragscode vrijwilligers PKN

1. Veilige omgeving
We werken samen aan een omgeving en een sfeer waarbinnen iedereen zich veilig en gerespecteerd voelt en vrijuit het geloof kan beleven.

2. Respect
We respecteren elkaar en anderen. We benaderen de ander niet op een manier die haar of hem in waardigheid en integriteit aantast. Dit geldt in het bijzonder voor minderjarigen en andere kwetsbaren. Extra zorgvuldig zijn we bij pastorale en diaconale contacten, omdat we weten dat machtsverschillen hier een rol kunnen spelen.

3. Geheimhouding
We gaan zorgvuldig om met vertrouwelijke (waaronder persoonlijke) informatie of gegevens van anderen, waaronder alles waarop onze geheimhoudingsplicht betrekking heeft.

4. Persoonlijke integriteit
We respecteren de rechten van de ander. We berokkenen de ander geen schade. We gebruiken geen fysiek of mentaal geweld.

5. Lichamelijke integriteit
We respecteren elkaars lichamelijke integriteit. We zijn terughoudend in fysiek contact.

6. Privacy
We respecteren de privacy van de ander.

7. Taalgebruik
Ons taalgebruik is respectvol. We stellen geen ongepaste vragen en maken geen ongewenste (seksueel getinte) opmerkingen over het persoonlijk leven of uiterlijk van de ander. We praten met respect over de ander, ook via de sociale media. Ook wanneer de ander niet aanwezig is. We roddelen niet en maken geen beschadigende grappen of opmerkingen over anderen.

8. Financiële belangen
We vermijden elke vorm van belangenverstrengeling, in het bijzonder op financieel terrein. Met giften gaan we zorgvuldig om, zowel bij het aannemen als bij het doorgeven.

9. Seksueel misbruik
We volgen in geval van (seksueel) misbruik door vrijwilligers of beroepskrachten, of bij vermoedens daarvan, het Protocol voor gemeenten die geconfronteerd worden met (seksueel) misbruik in pastorale en gezagsrelaties. Onder seksueel misbruik wordt verstaan: iedere vorm van grensoverschrijdend gedrag, misbruik van macht of vertrouwen, waarbij een machtsverschil of een afhankelijkheidsrelatie bestaat tussen de benadeelde en de beschuldigde, waarbij de beschuldigde een vrijwilliger of beroepskracht binnen de Protestantse Kerk in Nederland is. Alle seksuele handelingen, contacten en relaties tussen een vrijwilliger en een minderjarige zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.

10. Een cultuur van openheid
We zetten ons in om samen te werken aan een cultuur van openheid. Dat draagt bij aan de gemeente als een veilige omgeving. We zijn alert en spreken elkaar aan wanneer we signalen opvangen of situaties van ongewenst gedrag meemaken. Wanneer we aarzelen over de aanvaardbaarheid van gedrag van onszelf of een ander, kunnen we contact zoeken met een van de vertrouwenspersonen. 



Bijlage 2: Factsheet Verklaring Omtrent Gedrag (VOG)

• De VOG wordt afgegeven door het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor mensen die bepaalde risicovolle (vrijwilligers)functies uitoefenen. Daarvoor kijkt het ministerie naar belastende gegevens in haar bestanden. Als je bijvoorbeeld veroordeeld bent voor een zedendelict krijg je nooit meer een VOG voor het werken met kinderen. Andere vergrijpen blijven tenminste vier jaar een weigeringsgrond.

• Ooit kon een VOG alleen geweigerd worden als je door een rechter veroordeeld was.

• Sinds 2011 kan een VOG ook geweigerd worden als je een strafbeschikking hebt gekregen en daar niet met succes tegen hebt geprotesteerd (bijvoorbeeld omdat je de ambtelijke brief niet goed begreep). De belastingdienst kan je bijvoorbeeld een strafbeschikking geven omdat ze vindt dat je gefraudeerd hebt. Je denkt dat je klaar bent als je de boete hebt betaald, maar het kan je nog lang nagedragen worden.

Sinds 2020 kan een VOG ook geweigerd worden op grond van politiegegevens. Wie bij de politie als ‘verdacht’ te boek staat loopt het risico geen VOG te krijgen.

• Momenteel in behandeling in de Eerste Kamer is de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden, die het mogelijk maakt ook andere overheidsgegevens in de VOG te betrekken. Ook als de wet wordt aangenomen, is het overigens niet zeker of die daadwerkelijk voor de VOG gebruikt gaat worden.

• Officieel vindt in alle gevallen ook een toetsing op redelijkheid plaats door een ambtenaar. De Raad van State evalueert momenteel of de VOG niet onevenredig hard onschuldige burgers raakt.

• Iemand krijgt een VOG of niet. Als hij hem niet krijgt, valt dus niet vast te stellen waarom niet: een verleden van ernstige strafbare feiten of een aantekening van een politieagent. Er is momenteel bijvoorbeeld een groep slachtoffers van de toeslagenaffaire een rechtszaak begonnen om een nieuw Burgerservicenummer te krijgen, omdat ze onder meer het gevoel hebben dat ze moeilijker aan een VOG komen aangezien ze in allerlei systemen als fraudeur te boek staan.

• Wie helemaal geen Burgerservicenummer heeft, bijvoorbeeld omdat hij illegaal in Nederland verblijft, krijgt sowieso geen VOG.



Bijlage 3: Vertrouwenspersonen

De volgende personen zijn door Algemene Kerkenraad benoemd als centrale vertrouwenspersonen voor de Hervormde Gemeente Rotterdam Centrum:
 
   - De namen van de vertrouwenspersonen volgen nog - 
 
 
 
terug